Op een druilerige winterse avond, het was immers 7 februari 1989, kwam een groepje havenloze jongelui hun versleten knokken warmen in een kleine gore kroeg om er samen te beraadslagen, wat ze konden aanvangen met hun ( meestal gebroste) vrije tijd in de Rodenbachstede.
Daar ze met allen waren in dat etablissement en daar ze nog rad van tong waren, konden ze de andere sukkelaars, die juist zoals zijzelf studie-moe waren gemakkelijk overtuigen echt iets( zogezegd) zinnigs uit de grond te stampen.
Gebaseerd op het feit dat ze altijd dorstig, nooit moe, jong en toch Roeselaars gezind waren, hadden ze al vlug een embleem voor hun vereniging samengesteld: een kanjer van een ton Rodenbach, het Stadswapen van Roeselare en last but not least de letter ‘B’, afkorting van wijlen Albrecht Rodenbach, die zinspeelt op de jeugdige leeftijd van deze veel te vroeg overleden dichter, schrijver en illustrerend student te Gent die de Vlaamse taal kon doen aanvaarden bij zijn toenmalige Franse universiteit (moest hij geweten hebben dat er zoveel gerstenat ter zijner gezondheid gedronken zou worden, dan zou hij zich omdraaien in ‘zijn’ graf, omdat hij er niet kon bij zijn!!!!!)